Zalvolleybal kennen we ook wel onder de naam volleybal. Een populaire sport onder zowel mannen als vrouwen. Niet alleen in Nederland. Zo is zaalvolleybal een Olympische sport (Zomerspelen en Paralympics).
Ontstaan van volleybal
Al aan het hof van Koningin Elizabeth de Eerste (1533-1603) werd al volleybal gespeeld. Dit blijkt uit verschillende tekeningen die in die periode gemaakt zijn. De sport zelf is misschien zelfs nog ouder. Toch werd de Amerikaan William G. Morgan gezien als de bedenker van de sport. Deze sportleider bij de YMCA was van mening dat basketbal iets te ruw was. Het was daarom tijd voor een nieuwe sport. Omstreeks 1895 bedacht hij, op basis van de regels van basketbal, honkbal en tennis, een nieuwe sport. Volleybal is sinds die tijd niet meer weg te denken.
Alle regels maakten vervolgens het spel dat we nu kennen als volleybal. Zonder de grond te raken moest de bal over het net worden gespeeld. Dit wordt omschreven met de term ‘volley’. Het opslaan van de bal mag maximaal één keer opnieuw worden gedaan en van origine mocht er ook tot een meter voor het net naar toe worden gedribbeld. Die regel werd in 1900 afgeschaft.
Wat is volleybal?
Volleybal is een populaire balsport waar ook Nederland erg van houdt. Het is een balsport waarbij het speelveld is verdeeld in twee symmetrische helften met in het midden een net. Twee teams bestaande uit zes spelers spelen elk op hun eigen helft waarbij ze trachten de bal binnen de lijnen van de tegenstander te slaan. Belangrijke spelregels daarbij zijn dat de hand van de speler het net niet mag raken, het team maximaal drie keer over mag spelen, de bal mag maar één keer achtereen worden geraakt door dezelfde speler en de bal moet binnen de lijnen vallen. Wanneer dit lukt of wanneer de bal door de tegenstander wordt uitgeslagen levert dit een punt op. Het team dat als eerste 25 punten haalt heeft een set gewonnen. Het team dat als eerste 3 sets wint heeft de wedstrijd gewonnen. In het geval van een 2-2 gelijkstand wordt er een vijfde set gespeeld tot 15 punten.
In Nederland wordt het hoogste niveau de Eredivisie genoemd, gevolgd door de landelijke Topdivisie, twee Eerste Divisies en vier Tweede divisies. Het regionale niveau wordt onderverdeeld in de derde divisie, promotieklasse en de klassen 1 tot en met 4 á 6.